Emotionele en sociale gevolgen van een oogaandoening
Wat zijn de gevolgen voor uw dagelijks leven?
Leven met beperkingen
Misschien kunt u door uw oogaandoening sommige dingen niet. Of niet meer zoals voorheen. Leven met een oogaandoening kan betekenen dat u dingen verliest. Een sport of hobby die u niet meer kunt uitoefenen. Of niet meer kunnen autorijden.
Wat eerst gewoon was, is dat nu niet meer. Plannen voor de toekomst moeten aangepast worden. Vaak zijn mensen daar verdrietig en boos over.
‘Iedereen om mij heen gaat maar door, maar mijn leven is niet meer hetzelfde sinds mijn oogaandoening.’
De mensen om u heen
Een oogaandoening kan ook invloed hebben op uw omgeving. Het kan zijn dat bij u niet te zien is dat u een oogaandoening heeft. Misschien begrijpt uw omgeving niet goed waar u mee te maken heeft, en wat uw klachten kunnen betekenen. Denk aan klachten als vermoeidheid, waar u soms wel, en soms niet last van heeft. Hierdoor kunt u de ene keer wél bij bijvoorbeeld een familiefeestje zijn, en lukt het een andere keer niet. Soms eindigen relaties door een oogaandoening. Dat kan zorgen voor teleurstelling, pijn, boosheid en verdriet. Soms ontstaan er ook nieuwe vriendschappen. Bijvoorbeeld met mensen die hetzelfde meemaken.
Ook de mensen om u heen kunnen negatieve gevoelens ervaren door uw oogaandoening. Bijvoorbeeld omdat ook hun sociale leven verandert of omdat zij hun toekomstplannen moeten bijstellen. Voor hen is er informatie voor naasten.
Relatie
Als u een partner hebt kan uw relatie veranderen. Bijvoorbeeld doordat u altijd de boodschappen of de administratie deed, maar dit lastiger gaat. Mogelijk komen hierdoor meer taken bij uw partner terecht. Uw partner moet hier misschien aan wennen. En u moet eraan wennen dat het niet meer op de manier gebeurt die u gewend was.
‘Ik kan niet veel meer verdragen van mijn partner. Ik word heel snel boos.’
Werk/hobby’s, geldzaken
Misschien zijn er vanwege uw oogaandoening aanpassingen nodig op uw werk. Of kunt u minder of helemaal niet meer werken. Het gevolg kan dan zijn dat u minder te besteden heeft. Dat heeft weer invloed op andere mogelijkheden. Wellicht kunt u daardoor bepaalde hobby’s of een sport niet meer uitoefenen of kunt u niet meer reizen zoals u gewend was.
'We zijn er qua inkomen op achteruit gegaan sinds ik minder moest gaan werken.
'Tennissen lukt niet meer. Daar heb ik verdriet van.'