Rotgevoelens door mijn ogen
Wat zijn de gevolgen voor je dagelijks leven?
Doordat je wat aan je ogen hebt, kun je sommige dingen niet meer.
Soms zijn oogklachten tijdelijk. Maar het kan zijn dat je nooit meer hetzelfde kunt doen als vroeger. Of je bent met oogklachten geboren, en je ziet steeds minder. Dan verandert je leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer goed meekomen op school. Je kunt niet lezen wat er op het digibord staat. Je krijgt hulpmiddelen waarmee je moet leren omgaan. Aan het eind van een schooldag ben je erg moe van alle inspanningen. Misschien deed je een sport die je door wat je aan je ogen hebt niet meer kunt doen. Je bent nog steeds wel wie je was, maar je kunt niet meer precies wat je eerst kon.
Wat eerst gewoon vanzelf ging, gaat nu niet meer vanzelf. Dat betekent soms ook dat je je plannen voor de toekomst moet aanpassen. De meeste kinderen zijn daar eerst verdrietig en boos over. Pas als die gevoelens zijn gezakt, kun je kijken naar wat je nog wél kunt. Als je dat moeilijk vindt, kun je hulp krijgen bij het ontdekken van je andere talenten. Misschien vind je wel een nieuwe hobby of sport waar je anders nooit aan gedacht had.
Ook de band met mensen uit je omgeving kan veranderen.
Misschien moeten je ouders meer voor je doen. Ze brengen je bijvoorbeeld met de auto als je naar vrienden gaat. Of ze zijn ongerust als je alleen op stap gaat met de bus. Als je gewend was om veel zelf te doen kan je je daaraan ergeren en ontstaat er misschien ruzie.
“Ik vind het enorm heftig dat ik minder ga zien. Soms wil ik alleen zijn en soms wil ik dat iemand me troost. Mijn vader en moeder weten niet zo goed hoe ze me moeten helpen.”
Ook je broers en zussen moeten zich aanpassen. Zij zijn misschien jaloers dat er veel tijd en aandacht naar jou gaat, en voelen zich daar weer schuldig over. Of ze zijn net als je ouders overbezorgd en bemoeien zich steeds met je voor jouw gevoel.
Vrienden en vriendinnen moeten soms ook wennen aan de nieuwe situatie. Dat je minder tijd en aandacht voor hen hebt, omdat je door je alle zorgen rond je ogen veel met jezelf bezig bent. Soms begrijpen vrienden niet wat jou overkomt. Ze snappen niet dat je hen niet kunt vinden in een overvolle aula. Of waarom jij meer tijd krijgt om een proefwerk te maken dan je klasgenoten.
Bij veel dingen met je ogen kun je aan de buitenkant niet zien dat je er last van hebt. En sommige klachten zijn op het ene moment erger dan het andere. Daardoor heb je de ene keer wel tijd en energie voor je vrienden, maar moet je een andere keer afzeggen.
Vriendschappen veranderen ook als je jezelf door je oogproblemen anders bekijkt. Je kunt onzeker worden. Bijvoorbeeld doordat je andere kinderen niet goed ziet staan. Of omdat je kunt zien dat je oog of ogen er anders uitzien.
Of doordat je van binnen bent veranderd: misschien vind je niet meer dezelfde dingen leuk als je vrienden. Of heb je het gevoel dat je hen niet genoeg aandacht kunt geven.
“Ik ga niet mee zwemmen, want het water prikt in mijn ogen. En ik kan de kinderen in het zwembad niet uit elkaar houden. Met natte haren die op hun hoofd plakken en in zwemkleding lijken ze allemaal op elkaar. Dus als het mooi weer is en iedereen gaat na school naar het zwembad, dan weet ik dat ik ’s middags alleen ben.”
Het lukt niet altijd om toch vrienden te blijven, als er veel is veranderd. Soms kun je vrienden verliezen door je oogproblemen en dat kan pijnlijk zijn. Maar het gebeurt ook dat kinderen die je nog niet goed kende, je juist wél begrijpen. Bijvoorbeeld kinderen met dezelfde oogproblemen als jij. Dan kunnen er nieuwe vriendschappen ontstaan.