Skip to main content
Dit is een algemene afbeelding voor: Rotgevoelens door de dialyse
Dit is een algemene afbeelding voor: Rotgevoelens door de dialyse

Rotgevoelens door de dialyse

Je bent vast wel eens niet blij door de dialyse. Of verdrietig, of boos. Wat zijn dat voor gevoelens, en wat kun je eraan doen?

Welke zorgverleners kunnen je helpen?

Verschillende problemen, verschillende zorgverleners

Voor hulp of steun bij emotionele en sociale problemen kun je naar verschillende soorten zorgverleners. Maar naar wie moet je gaan? Dat hangt vaak af van het soort problemen dat je hebt. De antwoorden op de vragen hieronder bepalen welke zorgverlener bij je past.

  1. Wat heb jij nodig? Heb je vragen en heb je juist behoefte aan informatie ? Of heb je iemand nodig die naar je luistert? Of die je helpt dingen te veranderen?
  2. Wat voor klachten heb je? Heb je moeite met wennen aan het leven met dialyse? Of heb je vooral problemen met het omgaan met anderen?
  3. Hoe ernstig zijn je klachten? Heb je één ding waar je moeite mee hebt, bijvoorbeeld gezond eten? Of heb je meerdere klachten die ervoor zorgen dat niet meer meedoen met het dagelijks leven? Ben je bijvoorbeeld angstig dat je niet meer naar school of het ziekenhuis durft, of ben je behalve bang ook heel verdrietig en somber? Raak je het contact met je vrienden kwijt? Of pieker je veel en eet en slaap je daardoor slecht?
  4. Wat wil je zelf? De ene zorgverlener past beter bij jou dan de andere. Wil je bijvoorbeeld de hulp in het ziekenhuis of in de buurt via de huisarts? Liever een man of een vrouw? Ben je gelovig? Het is belangrijk dat je je goed voelt bij je zorgverlener.

Welke zorgverleners zijn er?

Nefroloog, (kinder)arts, (kinder)verpleegkundige, verpleegkundig specialist
Deze zorgverleners werken in het ziekenhuis. Zij geven je informatie over emotionele en sociale problemen door ziekte. Zij houden in de gaten of je emotionele of sociale klachten krijgt.

Medisch maatschappelijk werker / sociaal werker zorg /schoolmaatschappelijk werker
De maatschappelijk werker kan je helpen om te wennen aan de ziekte. Hij of zij helpt je een nieuw evenwicht te vinden. Bijvoorbeeld door met jou kijken wat je nodig hebt om met je ziekte en je omgeving om te gaan. Hij of zij weet ook welke andere zorgverleners er zijn die iets voor jou zouden kunnen betekenen. Maatschappelijk werkers vind je in het ziekenhuis maar ook in je woonplaats. En soms is er op school ook schoolmaatschappelijk werk.

Praktijkondersteuner huisarts – geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ)
De POH-GGZ is iemand die werkt in de praktijk van je huisarts. Hij of zij kan deze dingen doen:

  • Helpen om te bepalen welke klachten je hebt.
  • Je steunen door naar je te luisteren en tips te geven.
  • Als je veel of ernstige klachten hebt, de weg wijzen naar zorgverleners die je daarbij helpen.

Kinderpsycholoog
Een kinderpsycholoog weet veel van emotionele en sociale klachten. Hij of zij helpt je om je klachten te verminderen. Meestal heb je meerdere gesprekken. Daar vertel je wat je klachten precies zijn en praat je daarover verder. Soms krijg je ook opdrachten mee voor thuis. Kinderpsychologen werken in ziekenhuizen en ander zorgorganisaties, maar ook in jouw eigen omgeving. Daar werken zij vaak samen met huisartsen.

Andere zorgverleners

Geestelijk verzorger
Met een geestelijk verzorger kun je praten over vragen als: Waarom ben ik ziek geworden? Wat moet ik nu met mijn leven? Wat heeft het leven voor zin? Geestelijk verzorgers werken soms vanuit een geloof, maar je kunt er ook terecht als je zelf niet gelovig bent. Ze werken in ziekenhuizen en andere zorg¬organisaties, maar ze werken ook vaak samen met huisartsen.

Kinderpsychiater
Een kinderpsychiater is er voor kinderen die ernstige klachten hebben door hun ziekte. Hij of zij weet veel over hoe lichaam en gevoel invloed hebben op elkaar. Vaak heb je meer gesprekken. En als het nodig is, krijg je ook medicijnen.

Nog veel meer
Er zijn nog allerlei andere zorgverleners die kunnen helpen bij emotionele en sociale klachten. Sommige kinderen vinden het fijn om te leren ontspannen met behulp van yoga of mindfulness. Of ze leren met hun ziekte omgaan door toneel te spelen, muziek te maken of te knutselen. 

Je kunt hierover informatie vragen aan jouw zorgverleners. Je kunt ook de Keuzewijzer gebruiken.